Met L'Orfeo luidde Claudio Monteverdi op een geniale manier het begin van de operageschiedenis in. Een groep gedreven en getalenteerde jongeren vult de rollen in.
In de Oresteia van Xenakis worden stukken ingevlochten van Annelies Van Parys. Naast het koor schittert een bariton solo met stembuigingen die de invloed van het noh- en kabukitheater verraden.
Muziektheater Transparant en de Veenfabriek brengen een eigentijdse bewerking van de tot de verbeelding sprekende mythe van Medea.
Wat begon als een gewone dag bleek voor Porselein het begin van een nare droom.